Een eeuw edelsmeedkunst

In de Hasseltse edelsmeedkunst uit de 18e eeuw neemt de Frederici-dynastie een belangrijke plaats in. Drie generaties zilversmeden vervaardigden een omvangrijk en hoogstaand oeuvre, dat een eeuw overspant. Arnold Frederici (1657-1726) was reeds actief in de late 17de eeuw. Hij is om verschillende redenen een fascinerende figuur. In een goederenregister van zijn kleinzoon Hendrik Arnold worden vier bladen bewaard met ontwerptekeningen, die met zekerheid aan hem kunnen toegeschreven worden. Merkwaardig is ook de zorgvuldige wijze waarop hij zijn vrij talrijke kerkelijke en burgerlijke werken merkte: zijn meestermerk F gekroond komt soms twee- soms driemaal voor. Proefondervindelijk onderzoek zou kunnen bevestigen of het inderdaad gaat over het aanduiden van verschillende gehaltes. Een aantal van deze stukken draagt bovendien een merk met een hazelaar en dat kan geïnterpreteerd worden als een soort stadsmerk van de Hasseltse edelsmeedkunst. Het is de enige keer in de geschiedenis dat dit voorkomt. In het virtuoze oeuvre van Arnold Frederici spreken twee vierseizoenenschotels het meest tot de verbeelding. Daaruit blijkt dat hij goed op de hoogte was van de stilistische en formele ontwikkelingen van zijn tijd. Luikse invloed was daarbij nooit ver weg.

Ook zoon Jan Frans (1695-1741) en kleinzoon Hendrik Arnold Frederici (1722-1786) volgden de grote artistieke evoluties zonder veel vertraging. Aanvankelijk gebruikte Jan Frans een eenvoudige, symmetrische, classicerende barokstijl. Bij Hendrik Arnold maakten de hoekige vormen plaats voor ronde, golvende en getorste patronen, die vaak met uitgesproken rococogravures versierd werden. In hun oeuvre zijn alle types van sacraal edelsmeedwerk vertegenwoordigd. Bovendien vindt men er een ruim aanbod van de vormstukken en bestekken die thuishoorden op een rijke 18de-eeuwse tafel. Een pronkstuk is de kleine, elegante koffiepot waarvan men op basis van de quasi Parijse kwaliteit vermoedt dat hij door de zilversmid geïmporteerd was.

Arnold Frederici (1657-1726)

Arnold Frederici werd te Hasselt gedoopt op 7 juli 1657 als zoon van Joris Frederici en van Gertrudis Jacobs. Zijn familie was afkomstig uit Lummen en behoorde tot de leidinggevende burgerij van Hasselt. Hij werd door zijn moeder-weduwe op 11 mei 1678 ontvoogd. Hij huwde te Hasselt op 19 mei 1687 met Adriana van Buylen, dochter van de Hasseltse koopman Jan van Buylen en van Maria Kips. Zijn echtgenote werd rijkelijk begiftigd door haar ouders en erfde van hen talrijke huizen, winningen, molens, landerijen en renten. De twee zonen, Jan Frans en Antonius, die uit dit huwelijk werden geboren, werden door hun vader op 30 maart 1715 ontvoogd voor de schepenen van Hasselt, waarna enkele transacties konden genomen worden om de intrede van Antonius bij de Hasseltse augustijnen te bekostigen.

Arnold Frederici was lid van het Hasseltse smedenambacht en bekleedde de functie van meester in 1692. Verschillende akten vermelden hem als goudsmid, o.a. in 1691, toen hij het huis op de hoek van de Houtmarkt - de huidige Dr. Willemsstraat - en de Aldestraat, afkomstig van zijn schoonouders, verkocht aan Gerard van Scherpenbergh. Ook in de ontvoogdingsakte van 1715 wordt hij 'goltsmit' genoemd. Het meesterteken met de gekroonde letter F mag hem met grote waarschijnlijkheid toegeschreven worden. De meeste werken die dat meesterteken dragen, worden bewaard in de kerken van Hasselt en omgeving, of zijn versierd met wapenschilden van Hasseltse families. Het merkteken met de hazelaar, ontleend aan het stadswapen van Hasselt, verwijst ondubbelzinnig naar de Hasseltse afkomst van de goudsmid, wiens meesterteken het meestal begeleidt.

In een goederenregister van zijn kleinzoon Hendrik Arnold Frederici worden vier losse bladen bewaard met ontwerptekeningen van edelsmeedwerk: twee zoutvaten, twee schutterijpapegaaien, een kroon, een processiekruis, een medaille met een roos. Deze laatste tekening diende klaarblijkelijk als model voor de zilveren medaille die de Hasseltse rederijkerskamer De Roode Roos in 1713 liet vervaardigen. Gelet op die datering en op stijlkritische en paleografische argumenten, moeten deze tekeningen van de hand van Arnold Frederici zijn.

Het Hert, Havermarkt, Hasselt

Arnold Frederici moet ook vereenzelvigd worden met de niet bij zijn voornaam genoemde Frederici die op 15 augustus 1714, op verzoek van de Broederschap van Onze-Lieve-Vrouw Virga Jesse als expert-schatter optrad bij de aankoop van 'een gouden carlette met diamanten' voor het Virga-Jessebeeld. Hij vervaardigde een beslag voor een missaal van de Sint-Quintinuskerk in 1722 ter waarde van 22 patacons.

Het echtpaar Frederici - van Buylen nam vooreerst zijn intrek in het huis Het Hert op de Havermarkt. Arnold Frederici had er blijkbaar zijn atelier ingericht, want bij de verkoop van dat huis aan Jan Coninx in 1696 reserveerde hij zich kraamwinkel, werktafel, blaasbalg, ijzeren latten, enz. Hij vestigde zich nadien waarschijnlijk in het huis van zijn in 1670 overleden vader, genaamd De Gulden Baert en gelegen in de Demerstraat, voorbij de Vleminxstraat (thans Minderbroedersstraat). Zijn moeder had in 1692 afstand gedaan van haar vruchtgebruik op dat huis ten voordele van haar kinderen. In 1715 stelde Arnold Frederici zijn woning De Gulden Baert als borg bij de ontvoogding van zijn zonen, zoals zijn eigen moeder dat 37 jaar voordien reeds gedaan had. Arnold Frederici overleed te Hasselt op 28 november 1726 en werd als goudsmid opgevolgd door zijn zoon Jan Frans.



Hieronder een beperkte selectie uit zijn werk:
1. Het gekroond F-meesterteken (boven) en het hazelaar-stadsmerk (onder), enkel aangetroffen op het werk van Arnold Frederici.
2. Driemaal het F-meestermerk van Arnold Frederici, met het Hasseltse stadkeurmerk ‘de hazelaar’ en een proefsteek.
3. Een ontwerptekening van een zoutvaatje.
4. Zilveren medaille, 1713, Hasseltse rederijkerskamer De Roode Roos.
5. Boekbeslag voor een missaal, 1722, Sint-Quintinuskathedraal, Hasselt.
6. Schotel met de wapenschilden van Balthazar Cox en Anna Ida Sigers, 1697.
7. Pollepel met het alliantiewapen van Bathazar Jordanus Voskens en Anna Robertina Vrerix, die huwden op 12.11.1699.

 

Gekroond F-meesterteken (boven) en het hazelaar-stadsmerk (onder), enkel aangetroffen op het werk van Arnold Frederici
Driemaal het F-meestermerk van Arnold Frederici, met het Hasseltse stadkeurmerk ‘de hazelaar’ en een proefsteek
Ontwerptekening van een zoutvaatje door Arnold Frederici (Rijksarchief Hasselt, Kleine familiearchieven, nr. 4853)
Zilveren medaille, 1713, Hasseltse rederijkerskamer De Roode Roos
Boekbeslag voor een missaal, 1722, Sint-Quintinuskathedraal, Hasselt
Schotel met de wapenschilden van Balthazar Cox en Anna Ida Sigers, 1697
Pollepel met het alliantiewapen van Bathazar Jordanus Voskens en Anna Robertina Vrerix, die huwden op 12.11.1699

Jan Frans Frederici (1695-1741)

Jan Frans Frederici werd te Hasselt gedoopt op 10 februari 1695 als zoon van de Hasseltse goudsmid Arnold Frederici en van Adriana van Buylen. Op 30 maart 1715 werd hij door zijn vader ontvoogd ter gelegenheid van de dotatie aan zijn broer Antoon, voor diens intrede bij de augustijnen te Hasselt. Hij trouwde te Hasselt op 28 april 1720, met dispensatie van roepen, met Maria Margaretha van Ryckel, dochter van glazenmaker Hendrik van Ryckel en van Maria Lambrechts. Uit dit huwelijk werden negen kinderen geboren te Hasselt tussen 1721 en 1733, waaronder Hendrik Arnold, die op zijn beurt het beroep van edelsmid zou uitoefenen, en Jan Thomas, kapelaan in de Hasseltse Sint-Quintinuskerk.

Jan Frans Frederici moet zijn in 1726 overleden vader Arnold opgevolgd zijn als goudsmid te Hasselt. Zijn meesterteken bestaat uit de gekroonde initialen IF van zijn naam. In 1733, bij de aankoop van een schuur gelegen naast zijn eigendom in de Vleminxstraat - thans Minderbroedersstraat - wordt Jan Frans Frederici uitdrukkelijk vermeld als goudsmid. Ook archivalisch kunnen zijn werkzaamheden in de edelsmederij, o.a. ten behoeve van de Sint-Quintinuskerk van Hasselt, worden gestaafd. In 1730 vervaardigde hij voor 7 gulden een nieuwe voet aan een pyxis en in 1736 fatsoeneerde hij voor 5 gulden en 5 stuivers het deksel van diezelfde pyxis. Voor een zilveren lamp betaalde de kerkfabriek hem in 1741 111 gulden en 15 stuivers.

Jan Frans Frederici vervulde de belangrijke functie van bouwmeester van zijn geboortestad van 1737 tot 1739. Als borg voor zijn goed beheer van de stadsfinanciën trad zijn neef, stadssecretaris Gaspar Frederici, op. Jan Frans Frederici overleed te Hasselt op 13 maart 1741. Zijn vrouw, die pas op 13 januari 1763 overleed, baatte blijkbaar het atelier van haar man verder uit totdat hun in 1722 geboren zoon Hendrik Arnold zijn opleiding als edelsmid beëindigd had. De uit 1745 gedateerde kelk van het voormalig begijnhof van Bilzen, die het merk IF draagt, zou hiervoor een aanwijzing kunnen zijn, hoewel de inscriptie ook naderhand kan aangebracht zijn.

Hieronder een greep uit zijn werk:
1. Het gekroond IF-meesterteken van Jan Frans Frederici.
2. Kaarsensnuiter en schotel met gegraveerde initialen.
3. Beugelkroon voor het Jezuskind van het Virga Jessebeeld.
4. Lepel en vork met eigenaarsinitialen.
5. Zonnemonstrans met inscriptie, afkomstig uit het begijnhof.
6. Mosterdpot.
7. Suikerschaal.

 

Het gekroonde IF-meesterteken van Jan Frans Frederici
Kaarsensnuiter en schotel met aan de onderkant de gegraveerde initialen van G[erard] B[riers]
Beugelkroon voor het Jezuskind van het Virga Jessebeeld, Het Stadsmus, Hasselt
Lepel en vork met op het steeleinde de gegraveerde eigenaarsinitialen van J. De B[orman]
Zonnemonstrans met inscriptie: 'Dlla Anna Margaretha Van Hilst begina Hasselensis', 1736, Provinciaal Museum Religieuze Kunst, Sint-Truiden
Mosterdpot
Suikerschaal

Hendrik Arnold Frederici (1722-1786)

Hendrik Arnold Frederici werd te Hasselt gedoopt op 8 juni 1722 als zoon van de Hasseltse zilversmid Jan Frans Frederici en van Maria Margaretha van Ryckel. Volgens de familieberichten vervat in zijn goederenregister, trouwde hij op 24 oktober 1750 met zijn volle nicht Maria Anna van Ertryck, dochter van chirurgijn Jan van Ertryck en van Maria Catharina van Ryckel. Dit huwelijk werd gezegend met acht kinderen, gedoopt tussen 1751 en 1767, waaronder Maria Catharina, begijn te Hasselt, Maria Margaretha, echtgenote van Michel Nicolas Duponceau, laatste bouwmeester van de stad Hasselt tijdens het Ancien Régime en stadsontvanger onder het Franse bestuur, en Jan Frans, rentenier.

Hendrik Arnold Frederici moet vrij jong het beroep van zilversmid uitgeoefend hebben, maar kan moeilijk rechtstreeks zijn in 1741 overleden vader opgevolgd hebben. Het meesterteken - de gekroonde en aaneengesloten letters HF in een schild - mag hem met zekerheid toegekend worden dank zij de twee kelken die in Heusden bewaard bleven en waarop zijn meesterteken prijkt; de rekenkundige archiefstukken van de kerkfabriek bevatten immers een door Hendrik Arnold Frederici eigenhandig ondertekende kwitantie van '2 kelcken soo van silver gaut verbeternis en fatsoen voor de som van 156 gulden en 19 stuivers'. Ook de gekroonde aaneengesloten letters HF in staande rechthoek zijn van zijn hand. De volkstelling van 1763 vermeldt hem als zilversmid.

Zilversmid Frederici was een welstellende burger. Hij bewoonde het huis Het Groene Schild - vernield door een Duitse V-bom op 4 november 1944 - op de westelijke hoek van de Kapelstraat en de Onze-Lieve-Vrouwesteeg. Hij bezat tevens De Gulden Baert in de Demerstraat, waar zijn grootvader Arnold Frederici zijn vak als edelsmid had uitgeoefend. Voor het beheer van de talrijke goederen en renten die hun beider ouders hen hadden nagelaten, had het echtpaar Frederici-van Ertryck een register aangelegd. Hun kinderen erfden een vierde uit de belangrijke nalatenschap van hun verre neef, advocaat Peter Antoon Frederici, echtgenoot van Anna Maria Bemelmans. Hendrik Arnold Frederici werd burgemeester van Hasselt benoemd in 1775-1776, samen met Adriaan Sallez. Hij overleed te Hasselt op 11 februari 1786 en werd in de Sint-Quintinuskerk begraven.

Hieronder een greep uit zijn werk:
1. Het gekroond HF-meesterteken in een schild gevat van Hendrik Arnold Frederici.
2. Kelk, 1755, Sint-Willibrorduskerk, Heusden.
3. Zonnemonstrans, Sint-Hubertuskerk, Runkst (Hasselt).
4. Vaasjes, Sint-Martinuskerk, Gors-Opleeuw (Borgloon).
5. Wierookvat, Sint-Gertrudiskerk, Kuringen (Hasselt).
6. Mosterdpot (links) en strooibus (rechts) met op de buik de gekoppelde wapens van Hendrik Egidius Van Henis en Maria Van Ertryck, midden 18e eeuw.
7. Theepot met op het gewelfd deksel, getopt met een lelie, de dubbele wapens van Jean Baptiste Loyens en Marie Josephine Cox.


Het gekroonde HF-meesterteken in een schild gevat van Hendrik Arnold Frederici
Kelk, 1755, Sint-Willibrorduskerk, Heusden
Zonnemonstrans, Sint-Hubertuskerk, Runkst (Hasselt)
Vaasjes, Sint-Martinuskerk, Gors-Opleeuw (Borgloon)
Wierookvat, Sint-Gertrudiskerk, Kuringen (Hasselt)
Mosterdpot (links) en strooibus (rechts) met op de buik de gekoppelde wapens van Hendrik Egidius Van Henis en Maria Van Ertryck, midden 18e eeuw
Theepot met op het gewelfd deksel, getopt met een lelie, de dubbele wapens van Jean Baptiste Loyens en Marie Josephine Cox

[bron: Hasselts Zilver, Stedelijk Museum Stellingwerff-Waerdenhof, Hasselt, 1996]