Biografie

Victor wordt geboren op 25 mei 1885 in Tongeren als zoon van Henri Lenaers en Mathilde Frederix uit de stam van Joannes Vrerix.

De drie favorieten bij de start van de Groote Prijs van Tongeren in 1921: Despontin, Vermandel en Lenaers (vlnr)

Nog geen halfjaar is hij lid van Vélo Club Tongrois of hij wordt als 16-jarige al clubkampioen. Tussen 1910 en 1913 wint hij vrijwel iedere koers waaraan hij deelneemt, al kan hij niet sprinten. Op zoek naar meer tegenstand stapt hij in 1913 over naar de onafhankelijken om al na enkele overwinningen in het Tongerse zijn koerstrui te moeten inruilen voor een legeruniform.

In 1914, op 19-jarige leeftijd, moet hij naar Fort Lantin vertrekken om in het Luikse te vechten tegen de Duitsers. Lantin is het eerste fort dat valt en hij wordt als krijgs- gevangene naar Duitsland overgebracht. Pas vier jaar later, in 1918, keert hij ziek en vermoeid terug naar Tongeren. Zijn korte wielercarrière lijkt ten einde.

Toch zit hij al snel weer op de koersfiets en in 1921 rijdt hij als prof mee voor de prijzen: hij eindigt o.a. als zevende in Luik-Bastenaken-Luik, als zesde in Parijs-Brussel en als tweede in Parijs-Lyon.

Zijn grootste exploot is zijn eerste plaats in de Ronde van Frankrijk van 1921 bij de 'onverzorgden' [zie verder]. Met zijn in de Tour gewonnen prijzengeld koopt Victor een huis in de Jekerstraat te Tongeren en zal er na zijn carrière een fietsenwinkel uitbaten. Hij overlijdt te Tongeren op 12 november 1968.

De Ronde van Frankrijk 1921

Het koersverloop

'Onverzorgde' renners mochten onderweg geen eten of drinken aannemen. Daarom droegen ze naast reservetubes, ook goed gevulde etensbuidels rond hun nek.

Sinds 1909 kende de Tour twee categorieën van renners, en ook twee klassementen: de 'groupés', fabrieksrenners met een contract (Categorie A), en de 'isolés' of 'afzonderlijken' of nog 'onverzorgden', renners zonder contract die leefden van premies en bonussen (Categorie B).

Pas vanaf de vijfde étappe ontvingen alle 'onverzorgden' een dagvergoeding van 15 francs. Een dagzege leverde 100 francs op, slechts een kwart van wat een 'gegroepeerde' etappewinnaar opstreek. Maar veel groter nog dan het verschil in beloning was het verschil in reglementen tussen Categorie A en Categorie B. Hoewel het in beide klassementen verboden was om gedurende de ronde van fiets te wisselen, of - tot 1921 - zelfs maar een onderdeel te vervangen, profiteerden de 'gegroepeerden' onderweg wel van de technische steun van hun sponsors. De 'afzonderlijken' daarentegen, moesten zich helemaal zelf zien te redden: materiaal kopen, hotels regelen, ravitaillement klaarmaken, defecte fietsen repareren en medische hulp zoeken. Het verhaal gaat dat Tongeren geld inzamelde voor Victor Lenaers. 'Opdat onze held zich nu en dan ook, zoals de andere renners, een flesch champagne zou kunnen betalen', schrijft het Algemeen Belang op 17 juli 1921.

Op 26 juni 1921 meldt Victor zich om twee uur 's ochtends met 122 andere renners op Place de la Concorde te Parijs, in de hoop flink wat franken bij elkaar te fietsen in de Tour de France. Met nummer 139 vertrekt Victor Lenaers in de vroege ochtend uit Parijs om de 388 kilometer naar Le Havre af te leggen. Van de 123 deelnemers behoort een grote meerderheid tot de categorie der 'onverzorgden', herkenbaar aan de nummers vanaf 100.

Net als zijn landgenoten Camille Leroy, Felix Sellier, Joseph Muller en Joseph Normand rijdt Victor Lenaers weliswaar met een trui van het merk Delage, maar omdat ze niet onder contract staan bij die fietsenfabrikant starten ze toch als 'onverzorgden'. In de Categorie B gaat de strijd om de eindoverwinning uiteindelijk tussen Victor Lenaers en zijn landgenoot Léon Despontin, die hoewel ook 'onverzorgd', een trui draagt van La Sportive, de grootste merkenploeg.

Het is niet de lengte van die eerste etappe die Lenaers' materiaal op de proef stelt, maar het gestuiter over de granaatputten en bomkraters in het door de Eerste Wereldoorlog geteisterde wegdek. “Een echt bandenkerkhof was het”, herinnert Lenaers zich vijfendertig jaar later. Vijf bandbreuken doen hem een uur na de winnaar finishen. Twintig renners geven die eerste dag al op.

De ploeg DELAGE, die 11 van de 15 etappes won in de Tour 1921. Victor Lenaers won de Tour bij de 'onverzorgden'.

Met een gemiddelde lengte van 360 kilometer per etappe en een snelheid van rond de 25 kilometer per uur, waren de renners destijds al gauw een uur of 16 onderweg. Vertrokken ze meestal om twee uur 's ochtends, voor de 482 kilometer lange vijfde etappe van Les Sables naar Bayonne bestegen ze al om tien uur 's avonds het koerspaard. “Als ge te Bayonne bij de eersten waart, betekende zulks dat ge de andere dag tegen zes uur de taak achter de rug had. Dat waren andere koeken dan nu, hè?”

Naast materiaal en banden leed ook menig zitvlak onder de barre banen in Noord-Frankrijk, sinds het wapengekletter tussen 1914 en 1918 bekend als 'De Hel van het Noorden'. Lenaers: “Het gebeurde niet zelden dat het eetmaal rechtstaand genomen werd, omdat zitten een marteling was. Ge had natuurlijk een dagje om te rusten, maar was het zitvlak dan nog niet in orde, dan kondt ge gerust naar huis treinen”. Niet dat een onverzorgde erg veel tijd overhield. “Des avonds kon ik dan als nagerecht mijn tuben beginnen te repareren”, aldus Lenaers.

Van de 123 renners zijn er nog maar 68 over als het peloton na 5 etappes de Pyreneeën bereikt. Lenaers had naar eigen zeggen nog nooit een col gezien als hij begint aan de bergrit van Luchon naar Perpignan. Derailleurs waren er nog niet in die tijd. Aan de voet van een beklimming stopten de renners. Ze demonteerden het achterwiel en draaiden het een halve slag, om zo van een klein tandwiel met vrijloop aan de ene kant van de as te 'schakelen' naar een groter, vast exemplaar aan de andere kant.

Victor in de Alpen, maar zonder het massaal teogestroomd publiek, dat nu langs de weg staat.

Een keer of tien heeft Lenaers stil moeten houden die dag, voor en na beklimmingen van de Aubisque, de Soulor, de Tourmalet, d'Aspin en de Peyresourde. Als Vlaamse kasseienvreter blijkt hij ook bergop over voldoende macht te beschikken. Tegen alle verwachtingen in bekroont hij zijn debuut in het hooggebergte met een etappeoverwinning. Na 14 uur en 15 seconden bereikt hij Perpignan als snelste tweedeklasser. “Vanaf dat ogenblik had ik genoeg zelfvertrouwen om de rest met gerust gemoed af te wachten”.

Via Perpignan, Toulon, Nice en Grenoble bereikt het slinkende peloton in vijf etappes Genève. Slechts achtendertig renners overleven de Alpen. Ook al toont Lenaers zich 'Koning van de Regelmaat' en wint hij drie bergetappes in zijn categorie, de Tour lijkt beslist. Bij de eersteklassers heeft de Belg Léon Scieur van La Sportive de gele trui na de tweede etappe niet meer afgestaan. Bij de tweedeklassers leidt diens ploeggenoot Léon Despontin voor Victor Lenaers.

Victor moet het hebben van lange ontsnappingen of steile beklimmingen. Met nog vier vlakke etappes tot de aankomst in Parijs lijken zijn kansen verkeken. Karel van Wijnendaele schrijft in Sportwereld over Genève-Straatsburg, nummer elf van vijftien etappes: “Hebben ze hard gekampt? Neen. Waarom? De renners doen hun werk automatisch. Ze gaan op hun doel af, niet om eerste te zijn maar om gedaan te hebben. De liefde en de passie van den strijd bluschte in den zonnen van den Crau en de weelde hunner macht lieten ze in de Alpen en de Pyreneeën”.

Ook Tourbaas Henri Desgrange ontgaat het niet dat het peloton uitgeblust naar Parijs fietst, maar hij wijt dit niet aan krachtenverlies in het hooggebergte maar aan het door hem zo verfoeide ploegenspel: hij vermoedt dat Despontin, leider bij de 'isolés', wordt geholpen door de 'groupés' van La Sportive.

Lenaers met Muller en Sellier aan zijn wiel, na hun ontsnapping in de etappe van Straatsburg naar Metz.

Met een onorthodoxe maatregel maakt hij daar resoluut een einde aan. De Tourbaas, bekend om zijn voortdurende aanpassingen van het reglement, haalt de anonieme tweedeklassers voor één keer uit de figurantenrol door ze twee uur eerder uit Straatsburg te laten vertrekken.

Ze stijgen boven zichzelf uit, herinnert Lenaers zich triomfantelijk, en met een uitzonderlijke hoog gemiddelde van 30 kilometer in het uur weten ze hun voorsprong zelfs nog verder te vergroten: “We lapten de azen er een half uur bij aan het been!” En omdat Léon Despontin zonder hulp “naar het verre achterplan verdween”, aldus zijn concurrent Lenaers, nam deze de leiding over na in de sprint te zijn geklopt door een andere landgenoot, Félix Sellier.

Toen de 'gegroepeerden' de volgende dag hoorden dat zij deze keer twee uur eerder moesten vertrekken, dreigden ze met een staking. “Omdat ze verdorie heel goed wisten dat ze ingelopen zouden worden!”, aldus Victor Lenaers.

De spanning keert terug in de koers als Lenaers in de etappe Metz-Duinkerken 20 kilometer voor de finish lek rijdt, waarop alle mannen van La Sportive als sprinters wegvluchten. Despontin laat zich op sleeptouw nemen door Scieur, Heusghem en Mottiat en verkleint zo de achterstand op zijn concurrent met zes minuten. Op de rustdag in Duinkerken haalt hij nog een kwartier af van de resterende 24 minuten achterstand door met succes bij de wedstrijdleiding te klagen.

Victor wint de Tour 1921 bij de 'onverzorgden'.

Lenaers zou onderweg hulp hebben gekregen bij het herstel van een bandbreuk. Lenaers over dit voorval: “Om mij niet meer te mispakken gooide ik de slechte tube eenvoudig weg. Leo Coninckx - een kennis uit Tongeren - kwam zo rap als de wind uit zijn wagen om de tube te gaan oprapen, want die wist niet goed wat er eigenlijk gebeurde. Twee officiëlen waren echter op mijn hielen en begonnen te tieren en te schreeuwen en te dreigen over ingerichte dienst. Ik heb Leo schoon moeten vragen recht naar Duinkerken te rijden”.

Met een kleine negen minuten voorsprong, net genoeg om één band te wisselen, vertrekt Lenaers naar Parijs. Met een sukkelgangetje van gemiddeld 22 kilometer per uur tergt het peloton Tourbaas Desgrange nog één keer. aldus het verslag in Sportwereld. “De renners loopen naar het einde zonder vuur in den strijd te steken en verachteren gedurig op het voorspelde uur”.

Nadat Lenaers Despontin op de meet met een lengte heeft geklopt rijdt hij, na Léon Scieur, de winnaar bij de 'gegroepeerden', in het Parc des Princes zijn ereronde. “Ik kwam naar huis met ongeveer twintigduizend goeie [Belgische] francs op zak en ik was de koning te rijk, ge kunt dat peinzen!”. Victor wordt bij zijn terugkomst van de Tour door zijn Tongerse stadgenoten - helemaal terecht overigens - als een ware held binnengehaald, zoals hieronder mag blijken uit een artikel van 31 juli 1921 op pagina 2 in het Algemeen Belang [de voorloper van Het Belang van Limburg].

Victor wint de Tour 1921 bij de 'onverzorgden'.


De Tour 1921 in cijfers

De 15de editie van de Ronde van Frankrijk ging van start op 26 juni 1921 in Parijs, waar de ronde op 24 juli ook eindigde. Er stonden 123 renners aan de start.

Aantal ritten: 15 tegenover 21 in 2019.
Totale afstand: 5485 km, 64 % langer dan in 2019 toen de renners 'slechts' 3366 km reden.
Gemiddelde snelheid: 24,724 km/h tegenover 40,576 km/uur in 2019.
Aantal deelnemers: 123 tegenover 176 in 2019.

Eindrangschikking:
1. Léon Scieur 221h 50' 26"
2. Hector Heusghem + 18' 36"
3. Honoré Barthélémy + 2h 01' 00"
4. Luigi Lucotti + 2h 30' 18"
5. Hector Tiberghien + 4h 33' 19"
6. Victor Leenaerts + 4h 53' 23" (1ste in het klassement van de 'onverzorgden')
7. Leon Despontin + 5h 01' 54"
8. Camille Leroy + 7h 56' 27"
9. Firmin Lambot + 8h 26' 25"
10. Félix Goethals + 8h 42' 26

De Ronde van Frankrijk 1922

Het bepalende koersvoorval

St. Jean-de-Maurienne, 15 juli 1922, halverwege de Col de la Croix de Fer en de Col du Télégraphe. Foeterend en schreiend kruipt een renner op zijn knieën over de grond. Het is nacht, pikkedonker en er ligt dertig centimeter sneeuw. Meter voor meter tast Victor met zijn handen het wegdek af, op zoek naar de ketting van zijn fiets. Na veertig minuten hebben zijn verkleumde vingers beet, na een uur is het defect gerepareerd. Een opmerkelijk debuut in de Tour de France van 1921, eerste in het klassement der 'onverzorgden', leverde het onverwachte klimtalent Victor Lenaers een contract op bij 'Cycles Automoto'. Als prof lijkt hij die prestatie nu te gaan overtreffen. Totdat hij bij binnenkomst van het Alpendorp ineens in het luchtledige trapt. Weg is zijn ketting, gebroken en verdwenen. Weg is ook zijn voorsprong, na een uur ploeteren in de sneeuw. Slechts driekwartier na winnaar Firmin Lambot zal hij acht dagen later Parijs bereiken.

De Tour 1922 in cijfers

De 16de editie van de Ronde van Frankrijk ging van start op 26 juni 1922 in Parijs en eindigde op 23 juli in Parijs. Er stonden 120 renners aan de start.

Aantal ritten: 15
Totale afstand: 5375 km
Gemiddelde snelheid: 24.196 km/u
Aantal deelnemers: 120

Eindrangschikking:
1. Firmin Lambot 222h 08' 06"
2. Jean Alavoine + 41' 15"
3. Félix Sellier + 43' 02"
4. Hector Heusghem + 43' 56"
5. Victor Leenaerts + 45' 32"
6. Hector Tiberghien + 1h 11' 35"
7. Leon Despontin + 2h 24' 29"
8. Eugène Christophe + 3h 25' 29"
9. Jean Rossius + 3h 26' 06"
10. Gaston Degy + 3h 49' 13"

Voornaamste successen

1919: 2e in Brussel - Hoboken (BEL)

1920: 1e in Scheldeprijs Vlaanderen (BEL)

1921: 2e in Paris - Lyon (FRA)
1921: 6e in Paris - Brussel (FRA/BEL)
1921: 2e in 9e etappe van de Tour de France, Nice (FRA)
1921: 2e in 13e etappe van de Tour de France, Metz (FRA)
1922: 1e in de Tour de France bij de 'onverzorgden'(B-klassement), 6e in de totaalrangschikking (FRA)
1921: 7e in Liège - Bastogne - Liège (BEL)

1922: 1e in Criterium des Aiglons (FRA)
1922: 2e in 5e etappe van de Tour de France, Bayonne (FRA)
1922: 2e in 6e etappe van de Tour de France, Luchon (FRA)
1922: 3e in 8e etappe van de Tour de France, Toulon (FRA)
1922: 5e in de Tour de France (FRA) 1922: 5e in Paris - Brussel (FRA/BEL)

[Tekst deels overgenomen uit 'Oom Victor, de onverzorgde Tourwinnaaar' van Henk Leenaers, 2004]